57. Soen, het zachtmoedige, het indringende, de wind

Soen is een der acht dubbele trigrammen. Het is de oudste dochter, heeft als beeld de wind of het hout, als eigenschap de zachtmoedigheid, die nochtans binnendringt gelijk de wind of het hout met zijn wortels.
Het donkere, dat op zich star en onbeweeglijk is, wordt opgelost door het indringende lichte principe waaraan het zich met zachtmoedigheid onderwerpt. In de natuur is het de wind die de opeengepakte wolken uiteendrijft en een vrolijke, heldere hemel schept. In het mensenleven is het de doordringende klaarheid van oordeel die alle sombere bijgedachten op de vlucht drijft. En in het leven van de gemeenschap is het de machtige invloed van een belangrijke persoonlijkheid die alle lichtschuwe intriges blootlegt en onschadelijk maakt.

 

Het Oordeel

Het Zachtmoedige. Welslagen door kleine dingen.
Bevorderlijk is het een plaats te hebben
Waar men heen kan gaan.
Bevorderlijk is het de grote man te zien.

Het indringen brengt brengt geleidelijke en weinig opvallende werkingen teweeg. Er wordt niets geforceerd, de onafgebroken zachte druk moet het doen. Hiermee bereikt men een minder opvallend effect dan wanneer men met overrompeling werkt, maar het is duurzamer en volkomener. Om op deze wijze te kunnen werken moet men een vastomlijnd doel hebben. Want men bereikt alleen iets wanneer de beïnvloeding steeds in dezelfde richting werkt.
Het kleine kan slechts dan iets bereiken wanneer het zich overgeeft aan de leiding van een bekwaam man, die de capaciteit bezit tot het scheppen van orde.

Het beeld

Winden die elkaar opvolgen:
Het beeld van het Zachtmoedig-indringende.
Zo verbreidt de edele zijn geboden
En brengt hij zijn zaken tot stand.

Het indringende van de wind berust op zijn aanhouden. Daardoor wordt hij zo machtig. Hij neemt de tijd als middel om te werken. Zo moet ook de gedachte van de heerser in de volksziel binnendringen. Ook daarvoor is een aanhoudende inwerking door voorlichting en gebod nodig. Eerst dan, wanneer het gebod ingang heeft gevonden, kan men bij zijn handelingen daarop voortbouwen. Onvoorbereid ingrijpen schrikt de mensen alleen maar af en wekt overal verzet.

Negen op de vijfde plaats betekent:

Standvastigheid brengt heil. Berouw verdwijnt.
Niets dat niet bevorderend is.
Geen begin, maar een einde.
Vóór de verandering drie dagen,
Ná de verandering drie dagen.
Heil!

Terwijl bij het 'Werk aan het Bedorvene' (hexagram 18) een heel nieuw uitgangspunt moet worden gevonden, gaat het hier slechts om hervormingen. Het begin was niet goed, maar thans is het ogenblik gekomen dat een nieuwe richting kan worden ingeslagen. Men moet veranderen en verbeteren. Dat moet men doen in bestendigheid, dat wil zeggen in de juiste en overtuigende gemoedsgesteldheid; dan zal het gelukken, en het berouw verdwijnt. Men moet er alleen om denken dat zulke verbeteringen zorgvuldig moeten worden voorbereid. Voordat men de verandering invoert moet men alles goed overleggen, en nadat de verandering ingetreden is moet men nog een tijdlang zorgvuldig nagaan hoe de verbeteringen er in de werkelijkheid uitzien. Zulk zorgvuldig werk brengt heil.

Bovenaan een negen betekent:

Indringen onder het bed.
Hij verliest zijn bezit en zijn bijl.
Standvastigheid brengt onheil.

Het indringen geschiedt hier grondig genoeg. Men speurt tot in de geheimste schuilhoeken naar schadelijke invloeden. Maar men heeft geen kracht meer om ze definitief te bestrijden. In zulk een geval kan elke poging om in de persoonlijke regionen van de duisternis binnen te dringen niet anders dan onheil brengen.