56. Lu/De Zwerver (I Ching)

Boven Li, het Zich-hechtende, het Vuur

Beneden Ken, het Stlhouden, de Berg

De Berg (Ken) staat stil, boven vlamt het Vuur (Li) op, maar het blijft niet. Daarom blijven ze niet bij elkaar. Vreemde landen, scheiding is het lot van de zwerver. 

Het Oordeel

De zwerver: Door kleinheid welslagen

Standvastigheid brengt de zwerver heil

Als zwerver mag men niet ruw optreden en niet teveel pretenties hebben. Men moet voorzichtig en gereserveerd zijn, dan beschermt men zich tegen het kwaad. 

Het Beeld

Op de berg is vuur: het beeld van de zwerver

Zo is de edele klaar van geest en voorzichtig in het

Toepassen van straffen en houdt hij een proces niet slepende

Als het gras op de berg brandt, geeft dat een helder licht. Maar het vuur blijft niet en gaat daarheen waar het voedsel vindt. Het is slechts een voorbijgaand verschijnsel. Zo moet het ook zijn met sstraffen en processen. Doe moeten een voorbijgaand verschijnsel zijn en niet slepende worden gehouden.

Negen op de derde plaats:

De herberg van de zwerver brandt af

Hij verliest de standvastigheid van zijn jonge dienaar.

Gevaar

 

Interpretatie

  • Het gaat hier bijvoorbeeld om de hardnekkige vooroordelen die zwerver en bewoners en ten opzichte van elkaar hebben en de voeding die dit vuur elke keer op laat vlammen
  • De zwerver wijst de goedbedoelde maar ondoordachte hulp van een bewoner af Dit levert een nieuw conflict op.
  • Spanning tussen de zwerver en bewoners. De druk van de omgeving om zich aan te passen en de wensen en pretenties van de zwerver.